Samen verder bouwen - Interview met Els Bos-de Groot

De Wetenschapsadviescommissie (WAC) van de NVRG heeft in de afgelopen periode maar liefst vijf nieuwe leden gekregen. De WAC wil onderzoek naar systeemtherapie in beeld brengen om kennis te delen, leden met elkaar in contact te brengen en onderzoek te stimuleren. In een serie interviews met de WAC-leden vragen we welk onderzoek zij doen en wat hen inspireert. Het woord is aan Els Bos-de Groot.

foto Els (002)


Door Foke van Bentum, coördinator registratie en communicatie bureau NVRG

Els is in 2020 toegetreden tot de WAC. Zij is programmaleider jeugd Werkplaats Sociaal Domein, hoofddocent van de Master Interprofessioneel werken met Jeugd (MIJ) aan de Hogeschool Viaa in Zwolle en systeemtherapeut met eigen praktijk.

Els, leuk dat we vandaag praten over onderzoek en systeemtherapie. Waar wil je beginnen?

Laat ik beginnen met mijn missie. Die is: versterking van het systemisch werken in algemene zin. Er zit een enorme rijkdom in het systeemdenken. Ik denk dat het heel helpend is in de samenleving om dat nog meer een plek te geven. Ik vind het heel goed dat er zoveel mensen worden opgeleid tot systeemtherapeutisch werker en tot systeemtherapeut.

Daarom ben ik ook betrokken geweest bij de opzet van de Master Interprofessioneel werken met Jeugd (MIJ). Dit is een geschikte master die voorbereidt op de opleiding tot systeemtherapeut.  Vooral voor het oplossen van complexe vraagstukken is het systeemdenken bij uitstek geschikt.

Als je bijvoorbeeld naar het onderwijs kijkt, dan is dat vaak opgebouwd uit ‘silo’s’ (een term van Nora Bateson), waarbij alle disciplines apart les hebben. Studenten benaderen vraagstukken vanuit hun eigen discipline, waarbij de samenhang met andere disciplines weinig aandacht krijgt. Datgene dat juist in de samenwerking kan ontstaan, wordt onvoldoende benut.

In de master MIJ werken allerlei professionals in de jeugdhulp vanuit verschillende disciplines samen, zoals social workers, leerkrachten en jeugdhulpverleners. De basis van deze master was een onderzoek naar de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp (Bos-de Groot & Van der Vinne, 2016). Ik heb dat onderzoek gedaan samen met mijn collega Tanja van der Vinne, die betrokken was vanuit de Educatieve Academie, dus het onderzoek zelf was ook al een samenwerking tussen disciplines.

Hieruit kwam naar voren dat het juist interessant en helpend zou zijn om mensen uit verschillende disciplines samen te laten werken aan complexe vraagstukken. In de masteropleiding leren alle professionals hoe ze meer systemisch aan de slag kunnen met complexe vraagstukken.

Een master vind ik heel belangrijk als vooropleiding tot systeemtherapeut. Je leert namelijk beter te onderbouwen wat je aan het doen bent, ook naar buiten toe, en om daar anderen bij te betrekken. Je hebt een bredere basis. Het systeemtheoretisch denken vraagt dat je uit het lineaire denken komt en dat vraagt wel wat extra’s. Een onderzoekende houding is essentieel. 

 

Kun je iets vertellen over het kader waarin je werkt?

Het kader waarbinnen ik werk is de driehoek beroepsopleiding, wetenschap en praktijk. Ik ben verbonden aan een van de drie lectoraten van Hogeschool Viaa in Zwolle. Vanuit het lectoraat geven we vorm aan de Werkplaats Sociaal Domein Regio Zwolle en we dragen bij aan twee Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd (Noord Veluwe en IJsselland). Dat betekent dat we specifiek aan kennisontwikkeling in de regio kunnen doen en in mijn geval gaat het om jeugd. Het lectoraat heeft de taak om de beroepsopleiding te versterken, in samenhang met de praktijk en het beleid. In de praktijk hebben we veel met het beleid van de gemeente Zwolle te maken op het gebied van Jeugdzorg. Binnen dit kader gaan we met praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan de slag. 

Om vanuit deze driehoek te werken, hebben we vanuit het lectoraat leergemeenschappen opgericht met een bepaald thema. Ik ben verbonden aan twee leergemeenschappen: ‘Gezonde relaties, beter voor Zwolle’ en ‘Wijkgericht werken aan normalisatie en preventie rond het jonge kind’. In deze gemeenschappen verkennen we de werkzame factoren op het thema, maar ook: wat zijn de werkende factoren van collectief leren. Hierbij gebruiken we literatuur vanuit het systeemdenken (Bos-de Groot & Jager-Vreugdenhil, 2019). Want juist het samen leren waarbij je ook de context betrekt, is heel systemisch.

Werkzame factoren

Voor de leergemeenschap ‘Gezonde relaties, beter voor Zwolle’ die zich vooral richt op het omgaan met complexe scheidingen, hebben we alle instellingen benaderd die betrokken zijn bij dit thema, zoals schoolmaatschappelijk werk en jeugd- en gezinswerkers van het wijkteam, Raad voor de Kinderbescherming, gespecialiseerde Jeugdzorg, gz-psychologen, Jeugdbescherming, mediators, advocaten, kindbehartigers en relatie- en systeemtherapeuten. Dit valt binnen het landelijk project, het Platform scheiden zonder schade. De gemeente Zwolle wilde daar ook iets in doen, in samenwerking met de Swolsche School en de gemeente. Ik werk nauw samen met Geraldine IJzerman, die bij de gemeente  Zwolle als teammanager van het sociaal wijkteam werkt en tevens systeemtherapeut is, en Annelies Schrieken vanuit de Swolsche School. 

In dit ‘drievrouwschap’ ben ik de onderzoeker, die onderzoekt wat werkt, of we dat kunnen beschrijven en vervolgens weer verder kunnen onderzoeken. Dat wat werkt, verzamelen we. Het is een cyclische manier van onderzoek doen in de leergemeenschap. Op dit moment wordt een relatiedesk in Zwolle opgezet. De leergemeenschap wordt ingezet om deze relatiedesk goed neer te zetten, als lerende gemeenschap er omheen. De professionals kunnen steeds geconsulteerd worden. We onderzoeken steeds wat er goed werkt en kijken dan hoe we het weer verder kunnen brengen.

In deze leergemeenschap zijn nu alleen nog professionals vertegenwoordigd, maar de bedoeling is dat ook ouders gaan meedoen. Zodat zij ook kunnen aangeven wat werkt. Het doel van de leergemeenschap is: deëscalatie in gezinnen, waardoor kinderen minder de dupe worden van de scheiding van de ouders. Ook de Nederlandse Vereniging Familie- en erfrecht Advocaten en scheidingsmediators (vFAS) is hierin betrokken. Zij zijn erg gebrand op de systemische aanpak. Dit helpt ons samen vooruit. Uiteindelijk wil iedereen het beste voor het gezin en de kinderen.


Welk onderzoek doe je momenteel?

Ik doe onderzoek naar de twee leergemeenschappen ‘Gezonde relaties, beter voor Zwolle’ en ‘Wijkgericht werken aan normalisatie en preventie rond het jonge kind’. Dat laatste onderzoek wordt gesubsidieerd door ZonMw. Daarbij hebben we contact met landelijke kenniscentra zoals Movisie en het Nederlands jeugd Instituut (NJI). In die leergemeenschap zitten ook ouders. Dat is wel bijzonder, omdat het goed werkt. Ouders hebben ook echt een rol in het samen leren over wat werkt in het voorkomen van opvoedproblemen. Daarnaast steunen ouders steunen elkaar in gezamenlijk ontwikkelde activiteiten. Er zijn professionals bij aanwezig, waardoor het makkelijker wordt om hulp die nodig is, ook daadwerkelijk te vragen. De drempel wordt lager.


Wat voor soort onderzoeksmethodieken gebruik je?

Ons onderzoek is praktijkgericht, zoals gebruikelijk voor onderzoek van lectoraten in het hbo. We werken onder andere met appreciative inquiry, ofwel waarderend onderzoek. Dat betekent dat je in de eerste plaats steeds op zoek gaat naar wat helpt, naar wat mensen voortbeweegt. Hierbij zijn we steeds op zoek naar wat het kernverhaal is en wat er nog meer nodig is. Ook werken we met klassieke vormen van onderzoek zoals enquêtes en diepte-interviews. Het onderzoek dat ik doe in de leergemeenschap is een vorm van participatief actieonderzoek. Er zitten bepaalde stappen in deze vorm van onderzoek, waaronder het bouwen van een prototype en de leverfase. Het gaat dan om activiteiten die ontwikkeld worden vanuit de leergemeenschap of verbonden worden aan gerelateerde activiteiten, zoals de relatiedesk waar ik net over vertelde. Zo ontstaan nieuwe vormen van ontmoeten van professionals en ouders, op basis van de werkzame factoren die uit onderzoek zijn voortgekomen.


Wat is de succesformule in Zwolle?

Dat is toch dat wij de systemische visie hanteren in alles wat we doen. Het denken in contexten, het biopsychosociaal model, het primair denken in relaties en dat je een netwerk bent binnen een netwerk. Dit helpt om dingen van de grond te krijgen. Ik vind het heel erg leuk om zo samen te werken en daarbij ook te kijken welke literatuur verdere onderbouwing kan geven en daar verder op voort te bouwen. Hierbij is het heel belangrijk dat systeemtherapeuten en systeemtherapeutisch werkers de systemische visie uitdragen. Bijvoorbeeld in een wijkteam of in de samenwerking met de huisarts.


Wat heeft de samenwerking binnen de WAC jou tot nu toe gebracht?

Het is heel inspirerend om met de WAC-leden samen te onderzoeken hoe onderzoek een goede plek kan krijgen voor systeemtherapeuten. Het is belangrijk elkaar daarin te stimuleren en te inspireren, om te zorgen dat er een goede wetenschappelijke onderbouwing is. Het is en belangrijk motivatie voor mij, om dit met elkaar aan te jagen. Het vak van de systeemtherapeut vraagt dat je een onderzoekende houding hebt, en als de werkzaamheid wetenschappelijk onderbouwd kan worden dan versterkt dit elkaar. De manier van benaderen, daar zit een soort onderzoeksvisie achter. Je wilt je verdiepen in wat belangrijk is voor een cliënt en wat betekenis geeft.

Als therapeut heb je verschillende stemmen: de stem van de cliënt, alle stemmen eromheen uit het netwerk van de cliënt, je eigen stem, die ook iets doet in de relatie. Je hebt ook de stem van de literatuur en de vraag is hoe je die kunt laten spreken, omdat dat onderbouwing geeft aan hypotheses en interventies die je doet. Om die stem meer te laten spreken, kunnen we elkaar voeden met wetenschappelijke publicaties. Het tijdschrift Systeemtherapie en Gezinstherapie wereldwijd zijn de basisvakbladen en het is belangrijk dat we die optimaal benutten om er met elkaar over na te blijven denken.

Hoe ben je zelf systeemtherapeut geworden?

Oorspronkelijk heb de hbo-opleiding maatschappelijk werk gedaan. Via een voortgezette post-hbo opleiding ben ik de opleiding tot systeemtherapeut gaan doen. Ik wilde me nog verder ontwikkelen en heb daarna Sociale Interventie gestudeerd in Utrecht. Ik ben daar gegrepen door de rijkdom van kwalitatief onderzoek. Het heeft mij niet meer losgelaten. Wat ik bovenal zo leuk vind is om het kwalitatief onderzoek aan een hbo-instelling te doen, omdat het een mooie toegang geeft tot de beroepspraktijk. Ik ben altijd aan het bouwen. Alsof ik in een atelier altijd aan de slag ben. Ik zie systeemtherapie ook echt als een ambacht. Je moet het werk in je vingers krijgen. Het helpt als je met anderen naar je werk kunt kijken en kijkt waar je nog wat kunt bijstellen. Zodat je steeds verder komt. Dit geldt ook voor de wetenschappelijke onderbouwing, hierbij dien je ook steeds kritisch te blijven. Dat is de basis van wetenschap. Bouwen spreekt mij aan, net als een beeldhouwer die steeds bijschaaft en waarbij het werk steeds mooier wordt.


Verder lezen en publicaties van Els Bos - de Groot:

Els Bos-de Groot & Marja Jager-Vreugdenhil (2019) Gezonde relaties, beter voor Zwolle. Visiebeschrijving en benadering voor het de-escaleren bij relatieconflicten en ondersteunen van duurzame relaties die complexe scheidingen kunnen voorkomen. Zwolle: Viaa. Te downloaden op: https://www.narcis.nl/publication/RecordID/oai%3Ahbokennisbank.nl%3Asharekit_viaa%3Aoai%3Asurfsharekit.nl%3Afe6a85f3-e97c-489d-886e-4f4f6b5b61c3

Els Bos-de Groot (2018) De Jeugd en gezinswerker naast de huisarts in de Zwolse wijken. Onderzoek naar de ervaringen met de contextgerichte jeugd- en gezinswerker naast de huisarts vanuit drie perspectieven. Zwolle: Viaa. Te downloaden op: https://www.nji.nl/wijkteams/jeugd-en-gezinswerker-naast-de-huisarts-zwolle

https://www.socialevraagstukken.nl/in-zwolle-houdt-de-jeugd-en-gezinswerker-spreekuur-in-de-huisartspraktijk/

Els Bos-de Groot & Tanja van der Vinne (2018). Verbinding onderwijs en jeugdhulp. Een pleidooi voor een systemisch-contextuele metavisie. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 57 (2018) 164-173. Te downloaden op: https://www.tijdschriftvoororthopedagogiek.nl/kennisbank/author/1139

Els Bos-de Groot & Tanja van der Vinne (2016) Behoeften en richtlijnen in de samenwerking onderwijs en jeugdhulp. Onderzoek naar de behoeften van en richtlijnen voor professionals uit onderwijs en jeugdhulp in het samenwerken aan het ontwikkelingsperspectief van kinderen. Zwolle: Viaa. Te downloaden op: 16_0711-BehoeftenEnRichtlijnenInDeSamenwerkingOnderwijsEnJeugdhulpWEB.ashx_.pdf (viaa.nl)

Kenniscentrum KJP (2021) Lessen van de Master Interprofessioneel Werken met Jeugd – Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (2021). Te downloaden op:  https://www.kenniscentrum-kjp.nl/nieuws/interview-master-interprofessioneel-werken/