In verbinding tussen culturen - interview met Florence Rahimi-Abdi
Het is 23 november, de dag na de landelijke verkiezingen. De PVV is de grootste partij geworden. Florence Rahimi-Abdi, systeemtherapeutisch werker bij Osperon is speciaal vanuit Den Bosch naar het bureau van de NVRG in Amsterdam gekomen voor een interview over haar afgeronde opleiding bij Euthopia en haar werk bij Osperon. Hoe ziet haar werk eruit, wat heeft de STW-opleiding haar gebracht en wat beweegt haar?
Door Foke van Bentum
Florence, kun je iets vertellen over jouw achtergrond?
“Ik ben geboren in Kabul. Ik kom uit een heel hecht gezin met twee broers en drie zussen. We hadden een goed leven in Kabul tot de oorlog uitbrak. Het was niet veilig in Afghanistan, op mijn zesde vluchtten we uit Kabul. Vanaf jongs af aan heb ik te maken gehad met allerlei verschillende culturen. We vluchtten vanuit Kabul richting Rusland en daar merkte ik al cultuurverschillen. Van huis hebben we geleerd dat cultuurverschillen geen negatieve lading hoeven te hebben, zolang je open staat voor begrip en in verbindingen kunt denken. Deze mentaliteit hebben we altijd proberen toe te passen in iedere plek en ook in ons leven in Nederland. De open blik die ik heb naar andere culturen toe, is eigenlijk vanuit huis meegegeven.”
Hoe ben je met de opleiding tot systeemtherapeutisch werker in contact gekomen?
“Toen ik bij Osperon kwam werken als groepswerker, was ik ook op zoek naar een passende opleiding. Bij Osperon behandelen en begeleiden we burgers van - voornamelijk - niet westerse afkomst met psychiatrische problemen of die te maken hebben (gehad) met ingrijpende gebeurtenissen in hun leven. Om hun leven weer zelfstandig vorm te kunnen geven, kunnen ze hiervoor behandeling, begeleiding of dagbesteding krijgen. Verder richt de begeleiding zich ook op de integratie in de Nederlandse samenleving.
Osperon is opgericht door psychiater Jan Persoon. De naam Osperon betekent ‘Hoop doet leven’ in het Oud-Grieks. Ook is Osperon een anagram van ‘Persoon’. Door Persoons ervaringen als tropenarts heeft hij zich altijd sterk gemaakt voor mensen van niet-Westerse afkomst. Zoals hij zelf zegt: “Ik zie mensen zoals ze zijn, het maakt niet uit welke afkomst ze hebben. Iedereen verdient een kans.”
Ik heb niet altijd als groepswerker gewerkt, maar had een heel andere achtergrond. Na mijn hbo-opleiding International Business and Languages, werkte ik als accountmanager. In deze periode werkte ik ook als tolk. Tolken gaf mij veel meer plezier dan mijn werk als accountmanager. Ik tolkte ook in de ggz. Ik merkte dat ik psychologie zeer interessant vond en vooral de uitdaging die pyschologen en psychiaters hadden bij cliënten met een migratieachtergrond. Steeds vaker werd mij gevraagd of ik even kon blijven. De psychologen en psychiaters zagen dat er cultuurverschillen waren en vroegen mij om advies hoe ze verbinding konden maken. Op deze manier heb ik een stap gezet richting Osperon en ging ik ook op zoek naar een passende opleiding. Ik wilde mij graag meer in de psychiatrie verdiepen, en dat combineren met mijn culturele kennis en vaardigheden. Dit alles komt tezamen in mijn functie als groepswerker.”
Waarom sprak deze opleiding je zo aan?
“Als ik een cliënt of groep voor me had, vroeg ik me altijd af: wat zou de familieachtergrond zijn? Hoe is de cultuur? Wat heeft de immigratie met hen gedaan? Die vragen waren er vaak. Bij Euthopia leerde ik hoe belangrijk deze vragen zijn en hoe ik ze kan structureren. Ik zie een heel spinnenweb achter de cliënt, er is zoveel meer. Een gedwongen migratie door oorlog of armoede is vaak al een trauma op zich. De impact van migratie is enorm en het werkt in op de gemoedstoestand. Veel mensen lopen vast. Stel: een cliënt komt met klachten. Als ik er dieper op in ga en vraag ‘hoe is het met je ouders’, dan zie je hoe de migratie doorwerkt. De cliënt is wel hier opgegroeid maar haar ouders moesten hier helemaal opnieuw beginnen. Ouders zijn ook vaak terughoudender voor psychische hulp. Dan doe je in hun ogen toch iets niet goed. Cliënte voelt zich niet begrepen en ervaart wrijving met haar ouders.Ze vraagt zich af hoe ze kan bewegen zodat ze haar familiebanden én zichzelf niet kwijtraakt. Ik gebruik dan de metafoor van zwemmen in een rivier waar rotsen zijn. Je kunt van elke rots een punt maken en in discussie willen, echter dan voel je je ook eenzaam. Je kunt leren er langs te zwemmen zonder steeds met de rotsen te botsen.”
Kom je zelf ook rotsen tegen?
“Ik begeleid samen met Jan Persoon een Iraans-Afghaanse mannengroep.Het zijn mannen met psychische klachten. Ze zijn alleen hiernaartoe gevlucht, hun familie is nog in het land van herkomst en ze voelen zich eenzaam. Ze hebben geprobeerd de taal te leren maar vanwege psychische problemen lukt het niet. Ze zijn somber of depressief geworden. Ze komen in behandeling bij een van onze psychiaters of psychologen. Daarnaast komen ze in een groep om elkaar te ondersteunen. Ik begeleid deze groep als systeemtherapeutisch werker.
Als je met verschillende culturen werkt, is het belangrijk hoe je je positioneert. Ik ben in twee culturen opgegroeid, in Afghanistan en in Nederland. Ik vraag mezelf af: hoe kan ik mij in Nederland positioneren, waarbij ik ook mijn Afghaanse roots behoud? Om goed te kunnen schakelen, heb je een goede thuisbasis in jezelf nodig. Mijn moeder heeft mij geleerd over de Nederlandse cultuur én de Afghaanse cultuur en ik voel daar een goede balans in.
Een voorbeeld is mijn manier van communiceren met deze cliënten. Als ik bijvoorbeeld met cliënten werk, zeg ik altijd ‘u’ tegen ze. Want als ik hen tutoyeer, zien zij dat als disrespectvol. Bij Nederlanders is het juist belangrijk hen met ‘jij’ aan te spreken, want anders voelen ze een te grote afstand. Ik kom tegemoet aan hoe de mensen zijn opgegroeid en wat ze belangrijk vinden.”
Hoe zorg je verder nog dat deze cliënten zich met respect behandeld voelen?
Ik gebruik de vijf co’s van Hillewaere om contact te maken, die staan voor contact, context, connectie, correctie en confrontatie. Vanuit contact komt het corrigeren of confronteren. Bij deze mannen is het uitermate belangrijk dat je corrigeert zonder te kleineren. Omdat ze trauma’s hebben, zijn ze daar extra gevoelig voor. Ik pak het heel voorzichtig aan. Bijvoorbeeld door te zeggen: “Ik heb veel respect voor u. Als ik u mag helpen, mag ik aan de slag met wat u net heeft gezegd?” Ik doe het heel voorzichtig en vraag toestemming voor elke volgende stap zodat ik de verbinding niet verlies. Dat is zo belangrijk.”
Wat is het mooiste inzicht dat je tijdens de opleiding hebt opgedaan?
“Dat zijn er meerdere. Voordat ik aan de opleiding bij de Euthopia begon, heb ik altijd gedacht dat mijn hechting was verstoord omdat ik uit een oorlogsgebied kom. In de opleiding leerde ik echter dat oorlog hechting niet kan verstoren als je geborgenheid hebt gevoeld. En die heb ik zo goed gevoeld door mijn familie.
Daardoor heb ik de hoop gekregen dat als mensen uit oorlogsgebieden goede geborgenheid aan hun kinderen kunnen bieden, deze kinderen veilig en goed gehecht raken. En ik vind het hoopvol dat mocht er toch iets niet goed gaan met de hechting, dit proces hersteld kan worden.
Niet alleen mijn perspectief op mijn familie is positief veranderd, ik ben ook veel zekerder geworden in mijn werk door de opleiding systeemtherapeutische werker bij Euthopia. Mijn mooiste inzicht op werkgebied is hoe belangrijk het is om naar culturen te kijken met nieuwsgierigheid en een open blik. Beiden zijn nodig om in verbinding te komen met mensen uit een andere cultuur. Dat betekent dat je er niet meteen vanuit gaat dat jouw cultuur de beste is. Iets anders kan ook goed zijn. Ik dacht dat ik die open blik wel had, maar ik bleek nog veel te kunnen leren. Mijn blik is verbreed naar open en systemisch. Als ik een cliënt zie, ga ik volledig in de ‘not know’ houding. “Je weet niets”, zeg ik tegen mezelf. Dat heeft mij zoveel bewuster gemaakt. Er komt verbinding, mensen verwelkomen me, ik voel dat ik naast hen sta. Mijn drijfveer om de hulpverlening in te gaan was mijn gedachte: ik ga het verschil maken.
Een derde belangrijk inzicht dat ik heb opgedaan, is hoe streng ik was voor mezelf. Daardoor kan ik nu ook anderen leren iets minder streng te zijn voor zichzelf. Naast de Iraans-Afghaanse mannengroep heb ik ook een Turkse en een Poolse vrouwengroep. Deze vrouwen zijn ook zo streng voor zichzelf. Immigranten hebben vaak alles moeten verlaten. Op hun kinderen rust de druk: zorg dat je wat wordt, want wij hebben er zoveel voor moeten lijden. De lat ligt heel hoog. De tweede en derde generatie kan daar nog steeds klachten van hebben. Dan zijn steunbronnen heel belangrijk. Echter, niet iedereen heeft die, bijvoorbeeld in de Poolse groep. En voor hen is het bovendien extra moeilijk om hulp te vragen en te accepteren. Mijn collega Inge Djoubate (bewegingstherapeut) en ik leren hen in een aantal weken dat hulp vragen mag. Langzaam leren deze vrouwen voor zichzelf te zorgen, in kleine stapjes.
Voor deze twee groepen krijgen wij ook steun van onze psychiater Dilek Keles die betrokken is zowel voor de groep als wanneer ik individuele gesprekken heb. Ik leer veel van haar kennis en vaardigheden.
Florence, als je dit zo vertelt dan voel ik hoe openheid zorgt voor verbinding en het overbruggen van culturen. En dat terwijl het vandaag de dag na de verkiezingen is, waarin de PVV de grootste partij geworden. Blijkbaar kunnen we de verschillen niet overbruggen en zien veel mensen een oplossing in het uitsluiten van bepaalde groepen.
“Wat mooi dat je dat zegt. Vanochtend ben ik goed opgevangen door mijn collega’s die ook zijn geschrokken van de uitslag. Maar weet je? De uitdaging ligt hierin ook weer om verbinding te vinden dan te splinteren. Mijn focus ligt op het goede en de mensen die wél openstaan voor andere culturen en voor vluchtelingen.”
Wat is je wens of droom in de toekomst?
“Ik hoop dat wij in de toekomst, als wij een cliënt zien met klachten niet alleen de cliënt zien maar ook het familiesysteem/ cultuur betrekken, want dan pas creëer je mooie verbindingen voor de lange termijn. De nadruk leggen op wie je steunbronnen zijn, is erg belangrijk, of je een cliënt bent of niet. Voor iedereen is dit naar mijn mening belangrijk.
Voor mij is mijn steunbron o.a. mijn man, die mij zowel op privé- als professioneel gebied steunt. Daarmee sluit ik mijn interview af en hoop in de toekomst om meer verschil te kunnen maken als het gaat om systemische aanpak. Ik hoop in de toekomst verder te kunnen studeren en mijn kennis meer te kunnen verdiepen richting systeemtherapie.”
Literatuur
Hillewaere, B. (2020). In verbinding corrigeren en confronteren. Systeemtherapie, 32(3), 165-179
Waal, J. de (2006). Partnerrelatietherapie, regulatie van emotie en gehechtheidstheorieën. Systeemtherapie, 18(4), 200-217