Petra Deij gepromoveerd op supervisie en de supervisierelatie
Onlangs promoveerde Petra Deij, systeemtherapeut en NVRG-opleider, aan de Universiteit van Bedfordshire, Verenigd Koninkrijk. Ze deed onderzoek naar supervisie en de supervisierelatie. Telefonisch stelden we haar een paar vragen over haar promotieonderzoek.
Petra Deij
Gefeliciteerd Petra met je promotie! Waar heb je onderzoek naar gedaan?
"Ik heb mijn onderzoek gedaan aan de University of Bedfordshire in het Verenigd Koninkrijk (Universiteit van Bedfordshire), binnen een programma voor systemici (systemic practitioners). Ik heb kwalitatief onderzoek gedaan naar supervisie en de supervisierelatie, dus onderzoek naar mijn eigen praktijk. Hiervoor heb ik met een aantal collega’s gesproken over hun ervaringen met supervisie en de supervisierelatie vanuit de positie van supervisant en van supervisor. Natuurlijk waren hier ook NVRG-collega’s bij, maar ik heb uitdrukkelijk ook gekozen voor anderen omdat ik mijn onderzoek wel net iets breder wilde trekken dan uitsluitend voor supervisoren en supervisanten uit het systemisch werkgebied.
Het staat inmiddels buiten kijf dat de supervisierelatie, net als de therapeutisch relatie, van onschatbare waarde is voor het welslagen van supervisie/therapie. Ik was benieuwd naar wat de supervisor en supervisant doen om van hun supervisierelatie een voor hen goede supervisierelatie te maken".
Wat is daar uitgekomen?
"Uit de analyse van de gesprekken is gekomen dat er zes factoren zijn die van belang zijn in de supervisierelatie: beschikbaarheid, helderheid, onthulling, feedback, macht en contextueel bewustzijn. Alle factoren werken vanuit de supervisie door naar de therapeutische relatie, zowel door ze expliciet te benoemen en te onderzoeken als ook impliciet, door dit te doen in de supervisierelatie, het is namelijk ook bekend dat een groot deel geleerd wordt door het te ervaren. Verder is gebleken dat de supervisie en de supervisierelatie als goed wordt ervaren als er gezamenlijk gereflecteerd wordt vanuit verschillende posities en met inachtneming van verschillende contexten en discoursen".
Wat wil je je NVRG-collega's meegeven hierover?
"Ik denk de kunst van het reflecteren. Ik heb gaande het onderzoek vanuit mijn eigen positie als supervisant ervaren wat stilstaan bij situaties, ze bezien, ervaren wat meespeelt in deze situatie, herbezien, wikken, terugblikken, positie wisselen en nog eens wegen oplevert in leren. Dit ben ik in een gestructureerde vorm gaan gieten en zo is een model voor reflectie ontstaan, de reflectie/reflexie pendule. Dit model bestaat uit drie ‘slenteringen’ van ieder tien stappen. De eerste slentering is reflectief, de tweede kritisch-sociaal en de derde reflexief. 'Reflectiviteit' heeft betrekking op reflectie (overdenking, terugblikken) binnen een professioneel kader. 'Reflexiviteit' verwijst naar een wederkerende of terugwerkende werking waarbij de persoon die reflecteert ook de eigen reflectie en de positie van waaruit wordt gereflecteerd, de ander en de relatie in acht neemt.
Ik gebruik dit zelf in supervisie, en geef er trainingen en bijscholing in. Ik hoop dat het model zich zal blijven door-ontwikkelen door kritisch gebruik en aanpassingen van anderen, zoals het ook ontstaan is".
Kunnen we het ergens teruglezen, zo ja waar?
"Het proefschrift kan worden opgevraagd bij petradeij@praktijkpetradeij.nl . Het komt ook in de Repository van de University of Bedfordshire te staan. Ik hoop binnenkort hier en daar wat te publiceren over mijn onderzoek. Het eerste artikel voor het tijdschrift Systeemtherapie is in de maak!"
Wil je tot slot nog een persoonlijke noot kwijt over je reis op weg naar de dr. titel?
"Als je me een paar jaar geleden zou hebben gevraagd of ik wetenschappelijk onderzoek zou willen doen zou ik vriendelijk hebben bedankt, en hebben gezegd dat dit niets voor mij is. Waarom ik het toch ben gaan doen is omdat ik houd van de circulariteit van leren, verkennen, verdiepen en vergelijken. Dat dit mogelijk was binnen een speciaal systemisch opgezet programma waarin ik onderzoek kon doen naar mijn eigen zo geliefde systemische praktijk, was een buitenkans. Het was een enorm traject, met behoorlijke academische uitdagingen en instortingen, en daarnaast een veel grotere verrijking dan ik had kunnen vermoeden".