Leden in beeld: Trudy Mooren

Trudy Mooren is klinisch psycholoog, systeemtherapeut en lid van de Wetenschapsadviescommissie (WAC) van de NVRG. Onlangs werd ze benoemd tot bijzonder hoogleraar Family Functioning Following Psychotrauma aan de Universiteit Utrecht. Een goede reden om met haar in gesprek te gaan. 

TrudyMooren

Trudy, allereerst natuurlijk van harte gefeliciteerd met je hoogleraarschap! Voordat we daarover spreken, kun je kort iets over je achtergrond vertellen voor de lezers die jou niet kennen?

Van origine heb ik ontwikkelingspsychologie gestudeerd maar al tijdens mijn studie ben ik overgestapt naar de richting klinische psychologie. In mijn onderzoek heb ik me altijd gericht op volwassenen maar de combinatie volwassenen/jeugd heeft altijd mijn interesse gehad. In de opleiding tot systeemtherapeut kon ik handen en voeten geven aan die belangstelling.

Gezinnen fascineren me, altijd al. Of het nu gaat om het ‘kerngezin’ zoals wij dat hier in Nederland meestal kennen of om de ‘extended family systems’ die we in andere culturen tegenkomen.

Als onderzoeker ben ik verbonden aan de Universiteit Utrecht, en als klinisch psycholoog aan ARQ Centrum ’45. Daarnaast ben ik hoofdopleider bij de RINO Groep. Ik doe er een aantal zaken bij, zoals het lidmaatschap van de WAC.

Wat was voor jou aanleiding om lid te worden van de WAC?

In eerste aanzet vooral de wens om meer verbinding te creëren tussen psychotraumatologie en systeemtherapie. Ik vond het erg leuk om hiervoor gevraagd te worden; de uitnodiging sloot precies aan bij mijn wens. Ik zou graag zien dat systeemtherapeutisch denken meer plaats krijgt in de psychotraumatologie en andersom ook. Hoe kunnen we die gebieden meer samenbrengen?

Is dat ook de focus binnen je onderzoek als hoogleraar?

Absoluut! Er zijn twee onderzoeken waar ik specifiek aan denk nu, ten eerste intergenerationele traumatisering. Ik ben deel van het projectteam dat onderzoek hiernaar doet, samen met Patricia Dashorst [ook lid van de NVRG]. Uit dit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat sommige mensen van de eerste naoorlogse generatie herinneringen hebben aan WO II. Zij moeten zich deze herinneringen dus hebben eigen gemaakt via overlevering. Heel boeiend, ook voor de implicaties voor hulp aan vluchtelingen en hun kinderen nu.

En als tweede zijn we met meerdere collega’s bezig met onderzoek naar trauma’s die nu worden opgelopen, door huiselijk geweld, migratie of door traumatische ervaringen uit het verleden bijvoorbeeld. En hoe dat effect heeft op het gezin en de onderlinge gezinsrelaties. Met uitkomsten van deze (en toekomstige) onderzoeken willen we beter kunnen vaststellen wanneer en waarom gezinsinteracties soms vastlopen, en wat effectieve interventies zijn om onderlinge steun te bevorderen.

Jij bent erg actief op het gebied van onderzoek. De NVRG als vereniging zet in op meer onderzoek naar de effecten van systeemtherapie, onder meer in het kader van de belangenbehartiging bij zorgverzekeraars. Wat zouden andere systeemtherapeuten kunnen doen op dit gebied?

Hoe meer onderzoek naar de effectiviteit van systeemtherapie, hoe beter natuurlijk. Dus ik zou zeker willen stimuleren dat er meer onderzoek wordt gedaan. Ook in je eigen praktijk kun je dit al doen. Gezinsgericht onderzoek is misschien ingewikkeld, want je hebt altijd te maken met meerdere personen maar er zijn zoveel vlakken waarop we relevant werk verrichten. Die kunnen we meer belichten.

We kunnen als NVRG vaker praten over welke onderzoeksmethoden er zijn en meer informatie met elkaar uitwisselen. Als je het idee hebt dat jouw behandeling aantoonbaar helpt, maak het dan zichtbaar. Al neem je één casus bijvoorbeeld waarover je rapporteert op verschillende momenten. Samen kunnen we een beweging creëren en de zin van systeemtherapie duidelijk maken aan anderen.

Trudy, je werkt veel met cliënten die gevlucht zijn uit hun vaderland. Is er iets over dit werk dat je wilt delen met andere NVRG-leden?

Het is altijd, maar bij deze groep cliënten in het bijzonder, belangrijk om systeemtherapie zo laagdrempelig mogelijk aan te bieden. En meteen helderheid te creëren: bij veel vluchtelingen speelt de angst dat als je in het hulpverleningscircuit komt, je kinderen kunnen worden weggehaald. Ze hebben niet het beeld dat de ggz ondersteunend kan zijn en zien hulp vaak als corrigerend. Daarnaast is een aantal praktische zaken belangrijk, zoals hulp bieden als ze niet uit de voeten kunnen met administratieve rompslomp. Laat niet een van de kinderen tolken maar schakel de tolkentelefoon in. Dat zijn de meest bekende zaken, denk ik.

Samen met het NIDOS [instelling voor gezinsvoogdij] starten we met een interessant project ‘Samen Sterk’. We zijn nu bezig met de opstartfase van literatuuronderzoek en ik heb er heel veel zin in! In dit project gaan we onderzoek doen naar een drietal cliëntgroepen: minderjarige alleenstaande vluchtelingen (16-19 jaar) die zwanger zijn geraakt, gezinnen die na jaren herenigd worden, en gezinnen waarbij een OTS (ondertoezichtstelling) is uitgesproken vanwege de veiligheid. We kijken naar wat deze cliënten nodig hebben, wat goed gaat (en waardoor) en hoe ze zich ontwikkelen als gezin in de loop der tijd. Heel boeiend. We hebben de hulpverlening aan individuele vluchtelingen nu aardig door, net als de hulp aan gezinnen die hier komen. Maar wat doet het met je om alleen in Nederland te zijn, en zwanger of met een kleine baby? Hoe wen je als gezinsleden weer aan elkaar als je jarenlang gescheiden bent geweest?

Nog een laatste vraag met het oog op actuele ontwikkelingen, hoe onderhoud jij in deze periode contact met cliënten?

Veel van mijn cliënten zijn vaak online, dus wat dat betreft is er niet zo’n drempel om contact te hebben via beeldbellen. Natuurlijk moeten de basisvoorwaarden er wel zijn, zoals de beschikking over telefoon en simkaart. Het is uit noodzaak geboren en we moeten ons allemaal aanpassen. Ook onszelf toestaan dat we een versnelling lager gaan, want videobellen is intensief, maar het is fijn dat het kan en dat je behandelingen kunt voortzetten.

 

Wil je als NVRG-lid zelf een keer in deze rubriek of ken je iemand die je graag als lid in beeld ziet? Mail dan naar nvrg@nvrg.nl